Mijn beginsituatie


Hoewel biologie en chemie vroeger mijn lievelingsvakken op school waren, heb ik de indruk dat er van die schoolse kennis nog maar weinig is blijven hangen.
Toch is er altijd wel die interesse gebleven voor het leven rondom mij. Het heelal, bedreigde diersoorten, milieuvervuiling, hernieuwbare energie, architectuur, … doorkruisen regelmatig mijn leven (in het echte leven en op tv, vb. National Geographic).

Een hobby van mij is tuinieren. Hierdoor ken ik wat meer van bepaalde planten (en insecten) dan sommige anderen. Maar om me sterk genoeg te voelen in een klas, mis ik toch nog bagage.

Uiteraard doorkruisen de verschillende WO-domeinen dagelijks ons leven (denk maar aan levensonderhoud), toch voel ik me met mijn kennis niet sterk genoeg om met al die brillen deskundig aan de slag te gaan in de klas.

Na de examens van aardrijkskunde en geschiedenis heb ik wel al een gevoel dat ik stilaan de juiste richting uit ga. Ik mag zeker niet blijven stilstaan (getuigen mijn cijfers)!
Ik wil me deskundiger maken op alle domeinen, daarom ga ik nog op zoek naar wat ik nu al beheers en hoe ik die kennis al kan inzetten in de praktijk.

Onlangs merkte ik bij een lesvoorbereiding van ‘de delen van een plant’ dat ik zeker over alle (en meer) kennis beschikte die nodig was in zo’n lesje (3e leerjaar).
Die ‘meer’ was nu net dat wat het lesje boeiend maakte voor de kinderen.

En daar wil ik voor gaan: dat ietsje meer dat een lesje boeiend kan maken.

Dus eerst op zoek gaan naar wat ik al kan en veel acties ondernemen zodat ik kan groeien in àlle domeinen!